woensdag 17 november 2010

Productiviteit

De laatste dagen ben ik best wel productief geweest, al zeg ik het zelf. :) De verschillende gebouwen die we moeten beschrijven hebben we onder ons drieën verdeeld, wat ongeveer neerkomt op vijf gebouwen per persoon. Die beschrijvingen zijn nu af (allé nu nog doorsturen naar de promotoren en hopen op positieve commentaar), maar ik moet wel zeggen dat ik het geluk had dat ze allemaal min of meer bij elkaar lagen waardoor we ze al allemaal gezien hebben. Kai en Ann moeten nog een gebouw gaan bezoeken. Nu ben ik volop bezig met het archiefmateriaal dat ik voor het vertrek in Nederland opgezocht, te analyseren en te verwerken. Lees : paleografie à volonté, met af en toe het nodige gelach erbij. Het zijn namelijk vrij gedetailleerde inventarissen van de oudste plantage op Mariënburg met de nodige 'spellingsfouten'. Te beginnen met de beschrijving van het land : een stuk, groot 15 akkers beplant met 6303 coffyboomen oud 10 jaar.
Vervolgens wordt er een gebouw beschreven : Een woonhuys van twee verdiepingen, lang 40 en breet met zijn beide galderijen 30 voeten, staande op een suffisante steenen voed, de balken van vierkant mangrohoud beneffens de koppels aan de geevelende en de balken aan de tweede verdieping, beneffens de andere vierkant houd van matagnie, omslagen met copyplanken, de deuren en vensters van waanen. (Mangro, matagnie, waanen en copy zijn houtsoorten, en ja hout word geschreven als "houd")
Daarna komt de volledige inhoud van de woning aan bod genre : 1 tinne waaterkan, een kist met daarin eenige medicamenten : 1 crom en 1 regte chirurgijns schaar, 1 crom en 1 regte insisie messie (=incisiemesje), 1 kast van waanehoud, ...
En tot slot komen de slaven aan bod : nr. 9. Cimba met een houten been - fl. 50, nr. 10. Goliath oud - fl. 100, nr. 19. Jemes - fl. 500, nr. 26. Aero ongeneeselijk - fl. 000, ...

Met andere woorden soms nog wel grappig om te lezen en natuurlijk een schat aan informatie voor mij. Juij, al moet ik een andere schat aan info (in een ander archief) aan mijn neus voorbij laten gaan omdat het niet voor het publiek toegankelijk is wegens de lamentabele fysische toestand waarin het materiaal zich bevindt. Pas als de welbepaalde instelling alles gedigitaliseerd heeft (binnen een jaar of 5??) is het terug voor het publiek toegankelijk. Helaas heb ik via een artikel wel de inventaris gezien en weet ik dat het dus nuttig had geweest. Gelukkig is het correspondentie en hoop ik dat de antwoorden op de brieven wel nog in Nederland voor mij in het archief zullen zitten. Maar dat weet ik pas als ik terugkom.

Geen opmerkingen: