De voorbije week was ongelofelijk druk, maar wel heel interessant. We hadden namelijk de kans om deel te nemen aan het ICOMOS-congres waarvan het thema "The Cultural Landscape of the Plantation" Towards a New Future for the Commewijne Region was. ICOMOS staat voor International Council on Monuments and Sites. Dit is een NGO die advies verleent aan UNESCO met betrekking tot het werelderfgoed. Met andere woorden een bijeenkomst met experts en belangrijke mensen in de wondere wereld die Monumentenzorg heet. Een kans die we dus niet mochten laten liggen. Bovendien was er ons gevraagd of we een presentatie (in het Engels) wilden geven over ons onderzoek, aangezien het helemaal in het thema van het congres past. Die twee dagen met lezingen en presentaties waren voor ons heel erg nuttig. Niet alleen voor de informatie die gegeven werd, maar ook voor de mensen die er waren. We hebben veel nieuwe mensen leren kennen die ons raad kunnen geven, feedback willen geven maar ook een schat aan informatie hebben. De voorbereiding van onze presentatie heeft wat voeten in de aarde gehad, maar uiteindelijk is het helemaal goed gekomen. We hebben veel positieve feedback gekregen over ons onderzoek en verschillende mensen hebben ons gevraagd of ze het eindresultaat zouden kunnen krijgen. Met andere woorden er wordt best wel wat van ons verwacht.
Gisteren zijn we met de hele groep (die uiteindelijk niet erg groot was, nog geen 30 man) naar
Jodensavanne geweest. Dit is een voormalige nederzetting (17de eeuw) van Sefardische joden die vooral vanuit Brazilië naar Suriname zijn gekomen. Zij waren één van de eerste mensen die zich met plantagecultuur en dan vooral suikerriet bezig hielden en hadden daar een bloeiende nederzetting. Hiervan schiet op dit moment niet veel meer over, buiten de fundamenten van de eerste stenen synagoge in Suriname en een aantal begraafplaatsen. Tijdens de 19de eeuw werd Jodensavanne verlaten omdat er in een ander gebied in Suriname vruchtbaardere gronden waren voor de plantages. Daarnaast heeft een brand ook een groot deel verwoest. Na de middag zijn we naar Cassipora geweest. De eerste joodse begraafplaats die momenteel in een savannebos staat. Het is raar om te weten dat dit bos ooit suikerrietplantages waren. Op weg naar Jodensavanne moesten we de Surinamerivier oversteken. Aanvankelijk was er een houten brug, die is lange tijd terug aangevaren. Men heeft er dan een stenen brug gezet, maar die is drie jaar geleden ook aangevaren en nog steeds niet hersteld. In de plaats is er een gammele mini-ferry gekomen. Hieronder wat foto's van de hele uitstap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten